Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/85871651.webp
kailangan
Ako‘y kailangang magbakasyon; kailangan kong pumunta!
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
cms/verbs-webp/118868318.webp
gusto
Mas gusto niya ang tsokolate kaysa gulay.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/118026524.webp
matanggap
Maari akong matanggap ng mabilis na internet.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/110667777.webp
managot
Ang doktor ay mananagot sa therapy.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/120128475.webp
isipin
Palaging kailangan niyang isipin siya.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/115373990.webp
lumitaw
Biglaang lumitaw ang malaking isda sa tubig.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/38753106.webp
magsalita
Hindi dapat magsalita ng malakas sa sinehan.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/32180347.webp
buksan
Binubuksan ng aming anak ang lahat!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/74009623.webp
suriin
Sinusuri ang kotse sa workshop.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/44848458.webp
tumigil
Dapat kang tumigil sa pulang ilaw.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/116877927.webp
magtayo
Gusto ng aking anak na magtayo ng kanyang apartment.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/119289508.webp
panatilihin
Maaari mong panatilihin ang pera.
houden
Je mag het geld houden.