Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/58477450.webp
upahan
Uupa niya ang kanyang bahay.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/92384853.webp
angkop
Ang landas ay hindi angkop para sa mga siklista.
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/121670222.webp
sumunod
Ang mga sisiw ay palaging sumusunod sa kanilang ina.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/75281875.webp
alagaan
Inaalagaan ng aming janitor ang pagtanggal ng snow.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/116877927.webp
magtayo
Gusto ng aking anak na magtayo ng kanyang apartment.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/100565199.webp
mag-almusal
Mas gusto naming mag-almusal sa kama.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/123834435.webp
ibalik
Sira ang device; kailangan ibalik ito sa retailer.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/100466065.webp
iwan
Maaari mong iwanan ang asukal sa tsaa.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/105875674.webp
sipa
Sa martial arts, kailangan mong maging magaling sa sipa.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/113671812.webp
ibahagi
Kailangan nating matutong ibahagi ang ating yaman.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/94555716.webp
maging
Sila ay naging magandang koponan.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/115373990.webp
lumitaw
Biglaang lumitaw ang malaking isda sa tubig.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.