Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/97784592.webp
magbigay-pansin
Kailangan magbigay-pansin sa mga road signs.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
cms/verbs-webp/84847414.webp
alagaan
Maingat na inaalagaan ng aming anak ang kanyang bagong kotse.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/120254624.webp
mamuno
Nasiyahan siyang mamuno ng isang team.
leiden
Hij leidt graag een team.
cms/verbs-webp/122290319.webp
ilaan
Gusto kong ilaan ang ilang pera para sa susunod na mga buwan.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/44848458.webp
tumigil
Dapat kang tumigil sa pulang ilaw.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/124575915.webp
mapabuti
Nais niyang mapabuti ang kanyang hugis.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/58477450.webp
upahan
Uupa niya ang kanyang bahay.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/111021565.webp
nadidiri
Siya ay nadidiri sa mga gagamba.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/75281875.webp
alagaan
Inaalagaan ng aming janitor ang pagtanggal ng snow.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/108991637.webp
iwasan
Iniwasan niya ang kanyang kasamahan sa trabaho.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/125088246.webp
gayahin
Ang bata ay ginagaya ang eroplano.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/60395424.webp
tumatalon
Masayang tumatalon ang bata.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.