Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/95625133.webp
mahalin
Mahal na mahal niya ang kanyang pusa.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/90554206.webp
iulat
Iniulat niya sa kanyang kaibigan ang skandalo.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/65199280.webp
habulin
Ang ina ay humahabol sa kanyang anak.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/107996282.webp
tumukoy
Ang guro ay tumutukoy sa halimbawa sa pisara.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/90292577.webp
makarating
Mataas ang tubig; hindi makarating ang trak.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/91442777.webp
tapakan
Hindi ako makatapak sa lupa gamit ang paa na ito.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/108295710.webp
baybayin
Ang mga bata ay natutong baybayin.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/121102980.webp
sumama
Maaari bang sumama ako sa iyo?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/90287300.webp
tumunog
Naririnig mo ba ang kampana na tumutunog?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/84943303.webp
matatagpuan
Ang perlas ay matatagpuan sa loob ng kabibi.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
cms/verbs-webp/125884035.webp
magulat
Nagulat niya ang kanyang mga magulang gamit ang regalo.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/57481685.webp
ulitin
Inulit ng estudyante ang taon.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.