Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tagalog

naiwan
Ang panahon ng kanyang kabataan ay malayo nang naiwan.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

tignan
Kung hindi mo alam, kailangan mong tignan.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

kumanan
Maari kang kumanan.
draaien
Je mag naar links draaien.

interesado
Ang aming anak ay totoong interesado sa musika.
geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.

lumitaw
Biglaang lumitaw ang malaking isda sa tubig.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.

buksan
Maari mo bang buksan itong lata para sa akin?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

tumakas
Lahat ay tumakas mula sa apoy.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

gusto
Mas gusto niya ang tsokolate kaysa gulay.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.

buksan
Binubuksan ng aming anak ang lahat!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

lumabas
Gusto ng mga batang babae na lumabas na magkasama.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.

magsimula
Nagsimula ang mga manlalakbay ng maaga sa umaga.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
