Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/120509602.webp
pardoni
Ŝi neniam povas pardoni al li pro tio!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/84476170.webp
postuli
Li postulis kompenson de la persono kun kiu li havis akcidenton.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/93221270.webp
perdi sin
Mi perdus min sur mia vojo.
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
cms/verbs-webp/38296612.webp
ekzisti
Dinosaŭroj ne plu ekzistas hodiaŭ.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/84314162.webp
etendi
Li etendas siajn brakojn larĝe.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitori
Ĉio ĉi tie estas monitorata per kameraoj.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/84506870.webp
ebriiĝi
Li ebriiĝas preskaŭ ĉiuvespere.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/118008920.webp
komenci
Lernejo ĵus komencas por la infanoj.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/73649332.webp
krii
Se vi volas esti aŭdata, vi devas laŭte krii vian mesaĝon.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/128782889.webp
miri
Ŝi miris kiam ŝi ricevis la novaĵon.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
cms/verbs-webp/88597759.webp
premi
Li premas la butonon.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/46998479.webp
diskuti
Ili diskutas siajn planojn.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.