Woordenlijst
Leer werkwoorden – Indonesisch

kalah
Anjing yang lebih lemah kalah dalam pertarungan.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

bertemu
Mereka pertama kali bertemu di internet.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.

memeriksa
Dia memeriksa siapa yang tinggal di sana.
controleren
Hij controleert wie daar woont.

mengerjakan
Dia harus mengerjakan semua file ini.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

tahu
Anak-anak sangat penasaran dan sudah tahu banyak.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

bekerja
Sepeda motor rusak; sudah tidak bekerja lagi.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

mabuk
Dia mabuk hampir setiap malam.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

bicara
Seseorang harus berbicara dengannya; dia sangat kesepian.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

menjawab
Dia selalu menjawab pertama kali.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

percaya
Kami semua percaya satu sama lain.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

merasa
Ibu merasa banyak cinta untuk anaknya.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
