Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

すべき
水をたくさん飲むべきです。
Subeki
mizu o takusan nomubekidesu.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.

恋しい
彼は彼の彼女がとても恋しい。
Koishī
kare wa kare no kanojo ga totemo koishī.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.

強化する
体操は筋肉を強化します。
Kyōka suru
taisō wa kin‘niku o kyōka shimasu.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.

給仕する
シェフが今日私たちに直接給仕しています。
Kyūji suru
shefu ga kyō watashitachi ni chokusetsu kyūji shite imasu.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

有効である
ビザはもう有効ではありません。
Yūkōdearu
biza wa mō yūkōde wa arimasen.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.

逃す
とてもあなたを逃すでしょう!
Nogasu
totemo anata o nogasudeshou!
missen
Ik zal je zo erg missen!

一緒に住む
二人は近いうちに一緒に住む予定です。
Isshonisumu
futari wa chikai uchi ni isshonisumu yoteidesu.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.

取り扱う
問題を取り扱う必要があります。
Toriatsukau
mondai o toriatsukau hitsuyō ga arimasu.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.

依存する
彼は盲目で、外部の助けに依存しています。
Izon suru
kare wa mōmoku de, gaibu no tasuke ni izon shite imasu.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

残す
彼女は私にピザの一切れを残しました。
Nokosu
kanojo wa watashi ni piza no hitokire o nokoshimashita.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

現れる
途端に巨大な魚が水中に現れました。
Arawareru
totan ni kyodaina sakana ga suichū ni arawaremashita.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
