Woordenlijst
Leer werkwoorden – Lets

noņemt
Kā noņemt sarkvīna traipu?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

izjaukt
Mūsu dēls visu izjaukš!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

spērt
Cīņas mākslā jums jāprot labi spērt.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

minēt
Tev ir jāmin, kas es esmu!
raden
Je moet raden wie ik ben!

krāsot
Es tev uzkrāsoju skaistu gleznu!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

gribēt iziet
Viņa grib iziet no viesnīcas.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.

atrast ceļu atpakaļ
Es nevaru atrast ceļu atpakaļ.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

apmeklēt
Vecs draugs viņu apmeklē.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.

nest
Viņi nes savus bērnus uz mugurām.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.

satikt
Dažreiz viņi satiekas kāpņu telpā.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

zvanīt
Vai jūs dzirdat zvanu zvanojam?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
