Woordenlijst
Leer werkwoorden – Indonesisch
memukul
Dia memukul bola melewati net.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
berbaring
Mereka lelah dan berbaring.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
mulai
Para tentara mulai.
beginnen
De soldaten beginnen.
mengatur
Anda harus mengatur jam tersebut.
instellen
Je moet de klok instellen.
menemukan
Pelaut telah menemukan tanah baru.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
meningkatkan
Perusahaan telah meningkatkan pendapatannya.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
mampir
Dokter mampir ke pasien setiap hari.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
mencium
Dia mencium bayi itu.
kussen
Hij kust de baby.
mengantarkan
Ibu mengantarkan putrinya pulang ke rumah.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
menghukum
Dia menghukum putrinya.
straffen
Ze strafte haar dochter.
meningkatkan
Dia ingin meningkatkan bentuk tubuhnya.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.