Woordenlijst
Leer werkwoorden – Chinees (vereenvoudigd)

分享
我们需要学会分享我们的财富。
Fēnxiǎng
wǒmen xūyào xuéhuì fēnxiǎng wǒmen de cáifù.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

照顾
我们的儿子非常照顾他的新车。
Zhàogù
wǒmen de érzi fēicháng zhàogù tā de xīnchē.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.

说服
她经常要说服她的女儿吃东西。
Shuōfú
tā jīngcháng yào shuōfú tā de nǚ‘ér chī dōngxī.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

过去
中世纪已经过去了。
Guòqù
zhōngshìjì yǐjīngguòqùle.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

从事
她从事一种不寻常的职业。
Cóngshì
tā cóngshì yī zhǒng bù xúncháng de zhíyè.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.

错过
这个男人错过了他的火车。
Cuòguò
zhège nánrén cuòguòle tā de huǒchē.
missen
De man heeft zijn trein gemist.

解释
她向他解释这个设备是如何工作的。
Jiěshì
tā xiàng tā jiěshì zhège shèbèi shì rúhé gōngzuò de.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.

指向
老师指向黑板上的例子。
Zhǐxiàng
lǎoshī zhǐxiàng hēibǎn shàng de lìzi.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.

停下
女警察让汽车停下。
Tíng xià
nǚ jǐngchá ràng qìchē tíng xià.
stoppen
De agente stopt de auto.

聊天
他经常和他的邻居聊天。
Liáotiān
tā jīngcháng hé tā de línjū liáotiān.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

跑
她每天早上在沙滩上跑步。
Pǎo
tā měitiān zǎoshang zài shātān shàng pǎobù.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
