Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/122470941.webp
send
I sent you a message.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/80325151.webp
complete
They have completed the difficult task.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/91147324.webp
reward
He was rewarded with a medal.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/91930542.webp
stop
The policewoman stops the car.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/3270640.webp
pursue
The cowboy pursues the horses.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sit
Many people are sitting in the room.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/112755134.webp
call
She can only call during her lunch break.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/123492574.webp
train
Professional athletes have to train every day.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/129002392.webp
explore
The astronauts want to explore outer space.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/74036127.webp
miss
The man missed his train.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/93031355.webp
dare
I don’t dare to jump into the water.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/3819016.webp
miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.