Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/110322800.webp
govoriti slabo
Sovražniki o njej govorijo slabo.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/68779174.webp
zastopati
Odvetniki na sodišču zastopajo svoje stranke.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritizirati
Šef kritizira zaposlenega.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/84365550.webp
prevažati
Tovornjak prevaža blago.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/106515783.webp
uničiti
Tornado uniči veliko hiš.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
cms/verbs-webp/90287300.webp
zvoniti
Slišiš zvonec zvoniti?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/68841225.webp
razumeti
Ne morem te razumeti!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/118485571.webp
narediti
Želijo narediti nekaj za svoje zdravje.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/61826744.webp
ustvariti
Kdo je ustvaril Zemljo?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/121820740.webp
začeti
Pohodniki so začeli zgodaj zjutraj.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/94909729.webp
čakati
Še vedno moramo čakati en mesec.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/85191995.webp
razumeti se
Končajta svoj prepir in se končno razumita!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!