Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/90287300.webp
soni
Ĉu vi aŭdas la sonorilon sonanta?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/75423712.webp
ŝanĝi
La lumo ŝanĝiĝis al verda.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/93697965.webp
veturi
La aŭtoj veturas cirklaŭe.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/132125626.webp
konvinki
Ŝi ofte devas konvinki sian filinon manĝi.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/859238.webp
ekzerci
Ŝi ekzercas nekutiman profesion.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/75487437.webp
gvidi
La plej sperta montmarŝanto ĉiam gvidas.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/99633900.webp
esplori
Homoj volas esplori Marson.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/78973375.webp
akiri malsanan ateston
Li devas akiri malsanan ateston de la kuracisto.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/121180353.webp
perdi
Atendu, vi perdis vian monujon!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/83661912.webp
prepari
Ili preparas bongustan manĝon.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/70055731.webp
foriri
La trajno foriras.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/93947253.webp
morti
Multaj homoj mortas en filmoj.
sterven
Veel mensen sterven in films.