Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/117284953.webp
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
elekti
Ŝi elektas novan paron da sunokulvitroj.
cms/verbs-webp/82378537.webp
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
forigi
Ĉi tiuj malnovaj gumaĵoj devas esti aparte forigitaj.
cms/verbs-webp/129203514.webp
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
babili
Li ofte babiletas kun sia najbaro.
cms/verbs-webp/101742573.webp
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
pentri
Ŝi pentris siajn manojn.
cms/verbs-webp/56994174.webp
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
elveni
Kio elvenas el la ovo?
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
pluiri
Vi ne povas pluiri je tiu punkto.
cms/verbs-webp/118003321.webp
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
viziti
Ŝi vizitas Parizon.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
protekti
Kasko supozeble protektas kontraŭ akcidentoj.
cms/verbs-webp/84365550.webp
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
transporti
La kamiono transportas la varojn.
cms/verbs-webp/67035590.webp
springen
Hij sprong in het water.
salti
Li saltis en la akvon.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
surpaŝi
Li surpaŝas ĵetitan bananan ŝelon.
cms/verbs-webp/78073084.webp
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
kuŝiĝi
Ili estis laca kaj kuŝiĝis.