Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
senti
La patrino sentas multe da amo por sia infano.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
taŭgi
La vojo ne taŭgas por biciklistoj.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
imiti
La infano imitas aviadilon.
cms/verbs-webp/93221279.webp
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
bruli
Fajro brulas en la kameno.
cms/verbs-webp/62069581.webp
sturen
Ik stuur je een brief.
sendi
Mi sendas al vi leteron.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
rifuzi
La infano rifuzas sian manĝaĵon.
cms/verbs-webp/113415844.webp
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
forlasi
Multaj angloj volis forlasi la EU-on.
cms/verbs-webp/124046652.webp
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
veni
Sano ĉiam venas unue!
cms/verbs-webp/70624964.webp
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
amuziĝi
Ni tre amuziĝis en la parko de ludoj!
cms/verbs-webp/122479015.webp
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
detranchi
La ŝtofo estas detranchita laŭ mezuro.
cms/verbs-webp/116519780.webp
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
elkuri
Ŝi elkuras kun la novaj ŝuoj.
cms/verbs-webp/63645950.webp
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
kuri
Ŝi kuras ĉiun matenon sur la plaĝo.