Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/122010524.webp
påta seg
Jeg har påtatt meg mange reiser.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/93393807.webp
skje
Rare ting skjer i drømmer.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/81986237.webp
blande
Hun blander en fruktjuice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/123953850.webp
redde
Legene klarte å redde livet hans.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/99455547.webp
akseptere
Noen mennesker vil ikke akseptere sannheten.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/61806771.webp
bringe
Budbringeren bringer en pakke.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
cms/verbs-webp/120452848.webp
kjenne
Hun kjenner mange bøker nesten utenat.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
cms/verbs-webp/123298240.webp
møte
Vennene møttes til en felles middag.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/79582356.webp
dechiffrere
Han dechifrerer småskriften med et forstørrelsesglass.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
cms/verbs-webp/109099922.webp
minne
Datamaskinen minner meg om avtalene mine.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/104135921.webp
gå inn
Han går inn på hotellrommet.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/118826642.webp
forklare
Bestefar forklarer verden for barnebarnet sitt.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.