Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/129203514.webp
prate
Han prater ofte med naboen sin.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
cms/verbs-webp/118567408.webp
tro
Hvem tror du er sterkest?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/99207030.webp
ankomme
Flyet har ankommet i tide.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/111892658.webp
levere
Han leverer pizzaer til hjem.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/67624732.webp
frykte
Vi frykter at personen er alvorlig skadet.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritisere
Sjefen kritiserer den ansatte.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/94796902.webp
finne veien tilbake
Jeg kan ikke finne veien tilbake.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/110045269.webp
fullføre
Han fullfører joggingruta si hver dag.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/127620690.webp
beskatte
Bedrifter beskattes på forskjellige måter.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorere
Barnet ignorerer morens ord.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/116932657.webp
motta
Han mottar en god pensjon i alderdommen.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/102136622.webp
dra
Han drar sleden.
trekken
Hij trekt de slee.