Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

påta seg
Jeg har påtatt meg mange reiser.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

skje
Rare ting skjer i drømmer.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

blande
Hun blander en fruktjuice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.

redde
Legene klarte å redde livet hans.
redden
De dokters konden zijn leven redden.

akseptere
Noen mennesker vil ikke akseptere sannheten.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

bringe
Budbringeren bringer en pakke.
brengen
De koerier brengt een pakketje.

kjenne
Hun kjenner mange bøker nesten utenat.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.

møte
Vennene møttes til en felles middag.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

dechiffrere
Han dechifrerer småskriften med et forstørrelsesglass.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

minne
Datamaskinen minner meg om avtalene mine.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

gå inn
Han går inn på hotellrommet.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
