Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/119289508.webp
zadržati
Možete zadržati novac.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/86064675.webp
gurati
Auto je stao i morao je biti gurnut.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/50772718.webp
otkazati
Ugovor je otkazan.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/122479015.webp
prilagoditi
Tkanina se prilagođava veličini.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/79201834.webp
povezati
Ovaj most povezuje dvije četvrti.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/123237946.webp
dogoditi se
Ovdje se dogodila nesreća.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/21689310.webp
pozvati
Moj učitelj me često poziva.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/91997551.webp
razumjeti
Ne može se sve razumjeti o računalima.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/103797145.webp
zaposliti
Firma želi zaposliti više ljudi.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/75001292.webp
krenuti
Kada se svjetlo promijenilo, automobili su krenuli.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/113136810.webp
poslati
Ovaj paket će uskoro biti poslan.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garantirati
Osiguranje garantira zaštitu u slučaju nesreća.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.