Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/73880931.webp
čistiti
Radnik čisti prozor.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/132305688.webp
trošiti
Energiiju ne treba trošiti.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/113418367.webp
odlučiti
Ne može se odlučiti koje cipele obuti.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/120686188.webp
učiti
Djevojke vole učiti zajedno.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/859238.webp
obavljati
Ona obavlja neuobičajeno zanimanje.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/53646818.webp
pustiti unutra
Van snijeg pada, pa smo ih pustili unutra.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/101556029.webp
odbiti
Dijete odbija svoju hranu.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/123203853.webp
uzrokovati
Alkohol može uzrokovati glavobolje.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/116877927.webp
postaviti
Moja kćerka želi postaviti svoj stan.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/113415844.webp
napustiti
Mnogi Englezi su željeli napustiti EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/99169546.webp
gledati
Svi gledaju u svoje telefone.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/85010406.webp
preskočiti
Sportista mora preskočiti prepreku.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.