Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/114379513.webp
kovri
La akvolilioj kovras la akvon.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/102238862.webp
viziti
Malnova amiko vizitas ŝin.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
cms/verbs-webp/47225563.webp
kunpensi
Vi devas kunpensi en kartludoj.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/59552358.webp
mastrumi
Kiu mastrumas la monon en via familio?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/4706191.webp
ekzerci
La virino ekzercas jogon.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/123211541.webp
negi
Hodiaŭ multe negis.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/19351700.webp
provizi
Plaĝseĝoj estas provizitaj por la turistoj.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/100466065.webp
preterlasi
Vi povas preterlasi la sukeron en la teo.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/120801514.webp
manki
Mi tre mankos vin!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/20225657.webp
postuli
Mia nepo postulas multon de mi.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/101938684.webp
plenumi
Li plenumas la riparon.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/106725666.webp
kontroli
Li kontrolas kiu loĝas tie.
controleren
Hij controleert wie daar woont.