Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/84472893.webp
rajdi
Infanoj ŝatas rajdi biciklojn aŭ trotineton.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/63351650.webp
nuligi
La flugo estas nuligita.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/43100258.webp
renkonti
Foje ili renkontiĝas en la ŝtuparo.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/120515454.webp
nutri
La infanoj nutras la ĉevalon.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/81885081.webp
bruligi
Li bruligis alumeton.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/99455547.webp
akcepti
Iuj homoj ne volas akcepti la veron.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/101158501.webp
danki
Li dankis ŝin per floroj.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/116166076.webp
pagi
Ŝi pagas retume per kreditkarto.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/107299405.webp
demandi
Li demandas ŝin pri pardonado.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cms/verbs-webp/100649547.webp
dungi
La petanto estis dungita.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/74693823.webp
bezoni
Vi bezonas levilon por ŝanĝi pneŭon.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/88615590.webp
priskribi
Kiel oni povas priskribi kolorojn?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?