Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/117658590.webp
uitsterf
Baie diere het vandag uitgesteek.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/104818122.webp
herstel
Hy wou die kabel herstel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/119235815.webp
liefhê
Sy is regtig lief vir haar perd.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/119747108.webp
eet
Wat wil ons vandag eet?
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/114052356.webp
brand
Die vleis moet nie op die rooster brand nie.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/124458146.webp
oorlaat
Die eienaars laat hulle honde vir my oor vir ’n stap.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/132125626.webp
oorreed
Sy moet dikwels haar dogter oorreed om te eet.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ontvang
Hy ontvang ’n goeie pensioen in sy ouderdom.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooi
Hy trap op ’n weggegooide piesangskil.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooi
Kan jy die legkaart voltooi?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/43532627.webp
woon
Hulle woon in ’n gedeelde woonstel.
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
cms/verbs-webp/91696604.webp
toelaat
Mens moet nie depressie toelaat nie.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.