Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/118003321.webp
besoek
Sy besoek Parys.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeur
’n Ongeluk het hier gebeur.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/94312776.webp
weggee
Sy gee haar hart weg.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/99633900.webp
verken
Mense wil Mars verken.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/65840237.webp
stuur
Die goedere sal in ’n pakkie aan my gestuur word.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beskerm
’n Helm is daar om teen ongelukke te beskerm.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/101158501.webp
dank
Hy het haar met blomme gedank.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwaal
Dit is maklik om in die woud te verdwaal.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/21342345.webp
hou van
Die kind hou van die nuwe speelding.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/105854154.webp
beperk
Hekke beperk ons vryheid.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/117490230.webp
bestel
Sy bestel ontbyt vir haarself.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.