‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/83548990.webp
terugkomen
De boemerang kwam terug.
عاد
عاد البوميرانج.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
خلط
يحتاج إلى خلط مكونات مختلفة.
cms/verbs-webp/66441956.webp
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
سجل
يجب أن تسجل كلمة المرور!
cms/verbs-webp/127554899.webp
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
تفضل
ابنتنا لا تقرأ الكتب؛ تفضل هاتفها.
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
ترك
تركت لي قطعة من البيتزا.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
استمع لـ
الأطفال يحبون الاستماع إلى قصصها.
cms/verbs-webp/17624512.webp
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
يعتادون
يحتاج الأطفال إلى الاعتياد على تفريش أسنانهم.
cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
يعود
لا يستطيع العودة وحده.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.
بدأ
المدرسة تبدأ للأطفال الآن.
cms/verbs-webp/108556805.webp
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
نظرت لأسفل
استطعت أن أنظر إلى الشاطئ من النافذة.
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
فعل
يرغبون في فعل شيء من أجل صحتهم.
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
فهم
لا أستطيع أن أفهمك!