‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/85623875.webp
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
درس
هناك العديد من النساء يدرسن في جامعتي.
cms/verbs-webp/127554899.webp
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
تفضل
ابنتنا لا تقرأ الكتب؛ تفضل هاتفها.
cms/verbs-webp/80552159.webp
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
عمل
الدراجة النارية معطلة؛ لم تعد تعمل.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
تساقط
تساقط الثلج كثيرًا اليوم.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
ترك لـ
الأصحاب يتركون كلابهم لي للنزهة.
cms/verbs-webp/80356596.webp
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
ودع
المرأة تودع.
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
تكمل
هل يمكنك أن تكمل اللغز؟
cms/verbs-webp/90032573.webp
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
عرف
الأطفال فضوليون جدًا ويعرفون الكثير بالفعل.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
يُبرز
يمكنك أن تُبرز عيونك جيدًا بواسطة المكياج.
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
وصلت
وصلت السيارات الأجرة إلى المحطة.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
يرفض
الطفل يرفض طعامه.
cms/verbs-webp/101158501.webp
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
شكر
شكرها بالزهور.