‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
يجب الانتباه إلى
يجب الانتباه إلى علامات المرور.
cms/verbs-webp/125402133.webp
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
لمس
لمسها بحنان.
cms/verbs-webp/81973029.webp
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
سيبدأون
سيبدأون طلاقهم.
cms/verbs-webp/95470808.webp
binnenkomen
Kom binnen!
تفضل بالدخول
تفضل بالدخول!
cms/verbs-webp/75508285.webp
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
تطلع
الأطفال دائماً يتطلعون إلى الثلج.
cms/verbs-webp/89635850.webp
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
أتصلت
أخذت الهاتف وأتصلت بالرقم.
cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
كذب
أحيانًا يجب الكذب في حالات الطوارئ.
cms/verbs-webp/105785525.webp
op handen zijn
Een ramp is op handen.
كان وشيكًا
الكارثة وشيكة.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
يقلد
الطفل يقلد طائرة.
cms/verbs-webp/119188213.webp
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
صوت
الناخبون يصوتون على مستقبلهم اليوم.
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
كتب
هو يكتب رسالة.
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.
تعد
هي تعد العملات.