‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/89635850.webp
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
أتصلت
أخذت الهاتف وأتصلت بالرقم.
cms/verbs-webp/120870752.webp
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
كيف سيسحب
كيف سيسحب هذه السمكة الكبيرة؟
cms/verbs-webp/120978676.webp
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
يحترق
النار ستحترق الكثير من الغابة.
cms/verbs-webp/122079435.webp
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
زادت
زادت الشركة إيراداتها.
cms/verbs-webp/55119061.webp
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
بدأ بالجري
الرياضي على وشك أن يبدأ الجري.
cms/verbs-webp/77738043.webp
beginnen
De soldaten beginnen.
بدأ
الجنود يبدأون.
cms/verbs-webp/61280800.webp
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
أمارس الضبط
لا أستطيع أن أنفق الكثير من المال؛ يجب علي أمارس الضبط.
cms/verbs-webp/91603141.webp
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
يهربون
بعض الأطفال يهربون من المنازل.
cms/verbs-webp/109542274.webp
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
سمح بالمرور
هل يجب السماح للاجئين بالمرور عبر الحدود؟
cms/verbs-webp/123519156.webp
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
قضى
تقضي كل وقت فراغها في الخارج.
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.
تعد
هي تعد العملات.
cms/verbs-webp/92054480.webp
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
ذهب
أين ذهب البحيرة التي كانت هنا؟