‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/122632517.webp
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
يذهب خطأ
كل شيء يذهب خطأ اليوم!
cms/verbs-webp/114052356.webp
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
يحترق
اللحم لا يجب أن يحترق على الشواية.
cms/verbs-webp/121112097.webp
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
رسمت
رسمت لك صورة جميلة!
cms/verbs-webp/122079435.webp
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
زادت
زادت الشركة إيراداتها.
cms/verbs-webp/92054480.webp
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
ذهب
أين ذهب البحيرة التي كانت هنا؟
cms/verbs-webp/112444566.webp
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
تحدث إلى
يجب أن يتحدث أحدهم معه؛ هو وحيد جدًا.
cms/verbs-webp/82095350.webp
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
تدفع
الممرضة تدفع المريض في كرسي متحرك.
cms/verbs-webp/64904091.webp
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
يجب أن نلتقط
يجب أن نلتقط جميع التفاح.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
تنظف
هي تنظف المطبخ.
cms/verbs-webp/123648488.webp
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
مر ب
يمرون بالمريض كل يوم.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
دخلت
المترو قد دخل المحطة للتو.
cms/verbs-webp/102327719.webp
slapen
De baby slaapt.
نام
الطفل ينام.