‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/122290319.webp
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
حدد جانبًا
أريد أن أحدد بعض المال جانبًا كل شهر لوقت لاحق.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
يتلقى
أستطيع الحصول على إنترنت سريع جدًا.
cms/verbs-webp/102327719.webp
slapen
De baby slaapt.
نام
الطفل ينام.
cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
يتجاهل
الطفل يتجاهل كلمات أمه.
cms/verbs-webp/118232218.webp
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
يحمي
يجب حماية الأطفال.
cms/verbs-webp/119188213.webp
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
صوت
الناخبون يصوتون على مستقبلهم اليوم.
cms/verbs-webp/117658590.webp
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
انقرضت
العديد من الحيوانات انقرضت اليوم.
cms/verbs-webp/61162540.webp
activeren
De rook activeerde het alarm.
أطلق
أطلق الدخان الإنذار.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
يبني
الأطفال يبنون برجًا طويلًا.
cms/verbs-webp/33599908.webp
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
خدم
الكلاب تحب خدمة أصحابها.
cms/verbs-webp/123953850.webp
redden
De dokters konden zijn leven redden.
حفظ
الأطباء تمكنوا من إنقاذ حياته.
cms/verbs-webp/106787202.webp
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
جاء
أبي أخيرًا قد جاء إلى البيت!