المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية

opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
دافع
الصديقان دائمًا يريدان الدفاع عن بعضهما البعض.

schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
كتب على
الفنانون كتبوا على الجدار كله.

naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
يعود
هو يعود إلى المنزل بعد العمل.

schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
يتم الرسم
يتم رسم السيارة باللون الأزرق.

vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
تغادر
السفينة تغادر الميناء.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
كيف يمكن وصف
كيف يمكن وصف الألوان؟

duwen
Ze duwen de man het water in.
يدفعون
يدفعون الرجل إلى الماء.

verhuizen
De buurman verhuist.
ينتقل
الجار ينتقل.

naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
يقود
بعد التسوق، الاثنان يقودان إلى المنزل.

drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
يتم طباعة
يتم طباعة الكتب والصحف.

studeren
De meisjes studeren graag samen.
درس
الفتيات يحببن الدراسة معًا.
