Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

vyhnout se
Musí se vyhnout ořechům.
vermijden
Hij moet noten vermijden.

milovat
Velmi miluje svou kočku.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.

změnit
Kvůli klimatickým změnám se mnoho změnilo.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

zbankrotovat
Firma pravděpodobně brzy zbankrotuje.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

dovézt
Po nákupu oba dovezou domů.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

snídat
Rádi snídáme v posteli.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

porodit
Brzy porodí.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

rozhodnout se
Nemůže se rozhodnout, jaké boty si obout.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.

přepravit
Nákladní vůz přepravuje zboží.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

zapsat
Musíte si zapsat heslo!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

povídat si
Často si povídá se svým sousedem.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
