Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/18316732.webp
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
projet
Auto projíždí stromem.
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
dokázat
Chce dokázat matematický vzorec.
cms/verbs-webp/113966353.webp
serveren
De ober serveert het eten.
podávat
Číšník podává jídlo.
cms/verbs-webp/57481685.webp
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
opakovat
Student opakoval rok.
cms/verbs-webp/113415844.webp
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
opustit
Mnoho Angličanů chtělo opustit EU.
cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
vydat
Nakladatel vydává tyto časopisy.
cms/verbs-webp/97119641.webp
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
malovat
Auto se maluje na modro.
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
seznámit se
Cizí psi se chtějí seznámit.
cms/verbs-webp/120624757.webp
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
chodit
Rád chodí v lese.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
investovat
Do čeho bychom měli investovat naše peníze?
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
dovézt
Po nákupu oba dovezou domů.
cms/verbs-webp/99455547.webp
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
přijmout
Někteří lidé nechtějí přijmout pravdu.