Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/60111551.webp
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
brát
Musí brát spoustu léků.
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
zkoumat
Lidé chtějí zkoumat Mars.
cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
pustit dovnitř
Venku sněžilo a my je pustili dovnitř.
cms/verbs-webp/61280800.webp
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
omezit se
Nemohu utratit příliš mnoho peněz; musím se omezit.
cms/verbs-webp/121180353.webp
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
ztratit
Počkej, ztratil jsi peněženku!
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
dokázat
Chce dokázat matematický vzorec.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
připomínat
Počítač mi připomíná mé schůzky.
cms/verbs-webp/116835795.webp
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
dorazit
Mnoho lidí dorazí na dovolenou obytným automobilem.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
zdůraznit
Oči můžete zdůraznit make-upem.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
viset
Houpací síť visí ze stropu.
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
měnit
Automechanik mění pneumatiky.
cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
zapsat
Chce si zapsat svůj podnikatelský nápad.