Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
dohodnout
Sousedé se nemohli dohodnout na barvě.
cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
zdůraznit
Oči můžete zdůraznit make-upem.
cms/verbs-webp/112755134.webp
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
volat
Může volat pouze během své obědové pauzy.
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
odehnat
Jeden labuť odehání druhou.
cms/verbs-webp/10206394.webp
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
vydržet
Těžko vydrží tu bolest!
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
vrátit se
Pes vrátil hračku.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
porodit
Brzy porodí.
cms/verbs-webp/122224023.webp
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
posunout
Brzy budeme muset hodiny opět posunout zpět.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
vyhodit
Šlápne na vyhozenou banánovou slupku.
cms/verbs-webp/94482705.webp
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
přeložit
Může překládat mezi šesti jazyky.
cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
následovat
Kuřátka vždy následují svou matku.
cms/verbs-webp/119235815.webp
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
milovat
Opravdu miluje svého koně.