Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
existovat
Dinosauři dnes již neexistují.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
začít
S manželstvím začíná nový život.
cms/verbs-webp/100585293.webp
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
otočit se
Musíte tady otočit auto.
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
dokončit
Můžeš dokončit ten puzzle?
cms/verbs-webp/118596482.webp
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
hledat
Na podzim hledám houby.
cms/verbs-webp/125376841.webp
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
dívat se na
Na dovolené jsem se díval na mnoho památek.
cms/verbs-webp/106682030.webp
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
najít znovu
Po stěhování jsem nemohl najít svůj pas.
cms/verbs-webp/82604141.webp
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
vyhodit
Šlápne na vyhozenou banánovou slupku.
cms/verbs-webp/60625811.webp
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
zničit
Soubory budou zcela zničeny.
cms/verbs-webp/30793025.webp
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
chlubit se
Rád se chlubí svými penězi.
cms/verbs-webp/68435277.webp
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
přijít
Jsem rád, že jsi přišel!
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
záviset
Je slepý a závisí na vnější pomoci.