Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
vyhrát
Snaží se vyhrát v šachu.
cms/verbs-webp/74036127.webp
missen
De man heeft zijn trein gemist.
minout
Muž minul svůj vlak.
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
zastavit
Taxíky zastavily na zastávce.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
parkovat
Auta jsou zaparkována v podzemní garáži.
cms/verbs-webp/118596482.webp
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
hledat
Na podzim hledám houby.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
dostávat
Ve stáří dostává dobrou penzi.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
vytáhnout
Helikoptéra vytahuje dva muže nahoru.
cms/verbs-webp/82845015.webp
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
nahlásit
Všichni na palubě nahlásí kapitánovi.
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
existovat
Dinosauři dnes již neexistují.
cms/verbs-webp/106787202.webp
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
přijít domů
Táta konečně přišel domů!
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
zakrýt
Dítě se zakrývá.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
pustit dovnitř
Nikdy byste neměli pustit dovnitř cizince.