Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch
nedostajati
Jako ćeš mi nedostajati!
missen
Ik zal je zo erg missen!
nasjeckati
Za salatu trebate nasjeckati krastavac.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
kritizirati
Šef kritizira zaposlenika.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
otpustiti
Šef ga je otpustio.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
svratiti
Liječnici svakodnevno svraćaju kod pacijenta.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
slijediti
Moj pas me slijedi kada trčim.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
polaziti
Brod polazi iz luke.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
obnoviti
Slikar želi obnoviti boju zida.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
čuti
Ne čujem te!
horen
Ik kan je niet horen!
prespavati
Žele konačno prespavati jednu noć.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
parkirati
Automobili su parkirani u podzemnoj garaži.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.