Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

dogoditi se
Ovdje se dogodila nesreća.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

brinuti
Naš domar se brine o uklanjanju snijega.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

čavrljati
Učenici ne bi trebali čavrljati tijekom nastave.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

oduševiti
Gol oduševljava njemačke nogometne navijače.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

prijaviti
Prijavljuje skandal svojoj prijateljici.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

čuti
Ne čujem te!
horen
Ik kan je niet horen!

dodirnuti
Nježno ju je dodirnuo.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.

rasipati
Energiju ne bi trebalo rasipati.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.

prolaziti
Vrijeme ponekad prolazi sporo.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.

učiniti
To ste trebali učiniti prije sat vremena!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!

zaštititi
Kaciga bi trebala zaštititi od nesreća.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
