Woordenlijst
Leer werkwoorden – Belarussisch

жанчыцца
Непаваротным не дазволена жанчыцца.
žančycca
Niepavarotnym nie dazvoliena žančycca.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

выключаць
Яна выключае будзільнік.
vykliučać
Jana vykliučaje budziĺnik.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.

руйнавацца
Многім старым дамам даведаецца руйнавацца дзеля новых.
rujnavacca
Mnohim starym damam daviedajecca rujnavacca dzielia novych.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

прыгатаваць
Яны прыгатавалі смачны абед.
pryhatavać
Jany pryhatavali smačny abied.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.

гандляваць
Людзі гандлююць вжываным мэблём.
handliavać
Liudzi handliujuć vžyvanym mebliom.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

прыйсці
Многія прыезжаюць на вакацыі на кемперах.
pryjsci
Mnohija pryjezžajuć na vakacyi na kiempierach.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

хацець выйсці
Дзіця хоча выйсці на вуліцу.
chacieć vyjsci
Dzicia choča vyjsci na vulicu.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

расшыфраваць
Ён расшыфроўвае дробны друк з дапамогай лупы.
rasšyfravać
Jon rasšyfroŭvaje drobny druk z dapamohaj lupy.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

даруе
Яна ніколі не даруе яму за гэта!
daruje
Jana nikoli nie daruje jamu za heta!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

ахоўваць
Дзяцей трэба ахоўваць.
achoŭvać
Dziaciej treba achoŭvać.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

праверыць
Ён правярае, хто там жыве.
pravieryć
Jon praviaraje, chto tam žyvie.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
