Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/107407348.webp
rejse rundt
Jeg har rejst meget rundt i verden.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/30793025.webp
prale
Han kan lide at prale med sine penge.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/67095816.webp
flytte sammen
De to planlægger at flytte sammen snart.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/125088246.webp
efterligne
Barnet efterligner et fly.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/94193521.webp
dreje
Du må gerne dreje til venstre.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/114052356.webp
brænde
Kødet må ikke brænde på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/99392849.webp
fjerne
Hvordan kan man fjerne en rødvinplet?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/70055731.webp
afgå
Toget afgår.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/98060831.webp
udgive
Forlæggeren udgiver disse magasiner.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/5135607.webp
flytte ud
Naboerne flytter ud.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/43483158.webp
tage toget
Jeg vil tage derhen med toget.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/120128475.webp
tænke
Hun skal altid tænke på ham.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.