Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/67035590.webp
hüppama
Ta hüppas vette.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/859238.webp
tegelema
Ta tegeleb ebatavalise elukutsega.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/102677982.webp
tundma
Ta tunneb beebit oma kõhus.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
cms/verbs-webp/86215362.webp
saatma
See firma saadab kaupu üle kogu maailma.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
cms/verbs-webp/47225563.webp
kaasa mõtlema
Kaardimängudes pead sa kaasa mõtlema.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/92456427.webp
ostma
Nad soovivad osta maja.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/79046155.webp
kordama
Kas saate seda palun korrata?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/63244437.webp
katma
Ta katab oma nägu.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/75508285.webp
ootama
Lapsed ootavad alati lund.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/40129244.webp
väljuma
Ta väljub autost.
uitgaan
Ze stapt uit de auto.
cms/verbs-webp/120870752.webp
välja tõmbama
Kuidas ta selle suure kala välja tõmbab?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/35862456.webp
algama
Uus elu algab abieluga.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.