Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/123367774.webp
sort
I still have a lot of papers to sort.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/108520089.webp
contain
Fish, cheese, and milk contain a lot of protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/51573459.webp
emphasize
You can emphasize your eyes well with makeup.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transport
We transport the bikes on the car roof.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/123213401.webp
hate
The two boys hate each other.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/80552159.webp
work
The motorcycle is broken; it no longer works.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/104825562.webp
set
You have to set the clock.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/115113805.webp
chat
They chat with each other.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/67035590.webp
jump
He jumped into the water.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/35862456.webp
begin
A new life begins with marriage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/59552358.webp
manage
Who manages the money in your family?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/63935931.webp
turn
She turns the meat.
draaien
Ze draait het vlees.