Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)
practice
He practices every day with his skateboard.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
sleep in
They want to finally sleep in for one night.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
check
The mechanic checks the car’s functions.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
stop
The woman stops a car.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
give
The father wants to give his son some extra money.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
look up
What you don’t know, you have to look up.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
read
I can’t read without glasses.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
wash
The mother washes her child.
wassen
De moeder wast haar kind.
stand up for
The two friends always want to stand up for each other.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
protect
Children must be protected.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cut
The hairstylist cuts her hair.
knippen
De kapper knipt haar haar.