Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

evaluate
He evaluates the performance of the company.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

ring
The bell rings every day.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.

lose
Wait, you’ve lost your wallet!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

provide
Beach chairs are provided for the vacationers.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

get upset
She gets upset because he always snores.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.

compare
They compare their figures.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

prepare
They prepare a delicious meal.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.

avoid
He needs to avoid nuts.
vermijden
Hij moet noten vermijden.

drink
She drinks tea.
drinken
Ze drinkt thee.

taste
This tastes really good!
smaken
Dit smaakt echt goed!

describe
How can one describe colors?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
