Woordenlijst
Leer werkwoorden – Lets

komentēt
Viņš katru dienu komentē politiku.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

pieskarties
Viņš viņai pieskaras maigi.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.

triekt
Viņš trieca garām naglai un ievainoja sevi.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.

ietaupīt
Jūs ietaupat naudu, samazinot istabas temperatūru.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.

runāt
Kino nedrīkst runāt pārāk skaļi.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

saukt
Zēns sauc tik skaļi, cik vien var.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

snigt
Šodien daudz sniga.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.

atzvanīt
Lūdzu, atzvaniet man rīt.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.

kļūt
Viņi ir kļuvuši par labu komandu.
worden
Ze zijn een goed team geworden.

saņemt kārtu
Lūdzu, pagaidiet, jūs drīz saņemsiet savu kārtu!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

ignorēt
Bērns ignorē savas mātes vārdus.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
