Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

dare
They dared to jump out of the airplane.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

build
The children are building a tall tower.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

pull up
The helicopter pulls the two men up.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

jump
He jumped into the water.
springen
Hij sprong in het water.

read
I can’t read without glasses.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

arrive
Many people arrive by camper van on vacation.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

search
The burglar searches the house.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

report to
Everyone on board reports to the captain.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

happen to
Did something happen to him in the work accident?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

import
We import fruit from many countries.
importeren
We importeren fruit uit veel landen.

pull out
How is he going to pull out that big fish?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
