Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/109766229.webp
feel
He often feels alone.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/23257104.webp
push
They push the man into the water.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/86996301.webp
stand up for
The two friends always want to stand up for each other.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/124575915.webp
improve
She wants to improve her figure.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/123648488.webp
stop by
The doctors stop by the patient every day.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/104849232.webp
give birth
She will give birth soon.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/92145325.webp
look
She looks through a hole.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/5135607.webp
move out
The neighbor is moving out.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/85010406.webp
jump over
The athlete must jump over the obstacle.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/59066378.webp
pay attention to
One must pay attention to traffic signs.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/91906251.webp
call
The boy calls as loud as he can.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/118026524.webp
receive
I can receive very fast internet.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.