Besedni zaklad

Naučite se glagolov – nizozemščina

cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
potrditi
Dobre novice je lahko potrdila svojemu možu.
cms/verbs-webp/65199280.webp
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
teči za
Mama teče za svojim sinom.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
srečati
Prvič sta se srečala na internetu.
cms/verbs-webp/122224023.webp
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
prestaviti
Kmalu bomo morali spet prestaviti uro nazaj.
cms/verbs-webp/3270640.webp
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
zasledovati
Kavboj zasleduje konje.
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
izključiti
Skupina ga izključi.
cms/verbs-webp/125884035.webp
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
presenetiti
Starša je presenetila z darilom.
cms/verbs-webp/110322800.webp
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
govoriti slabo
Sovražniki o njej govorijo slabo.
cms/verbs-webp/80552159.webp
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
delovati
Motorno kolo je pokvarjeno; ne deluje več.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
čistiti
Delavec čisti okno.
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
terjati
Moj vnuk od mene terja veliko.
cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
vsebovati
Riba, sir in mleko vsebujejo veliko beljakovin.