‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/54608740.webp
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
להוציא
עליך להוציא את העשבים המזיקים.
cms/verbs-webp/18316732.webp
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
נוסע
הרכב נוסע דרך עץ.
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
מרגיש
הוא מרגיש לעתים קרובות בודד.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
מוסיף
משלוח הפיצה מוסיף את הפיצה.
cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
הכניס
היה משלג בחוץ והכנסנו אותם.
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
קטפנו
קטפנו הרבה יין.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
לעצור
אתה חייב לעצור באור אדום.
cms/verbs-webp/121180353.webp
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
לאבד
המתן, איבדת את הארנק שלך!
cms/verbs-webp/68561700.webp
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
השאיר פתוח
מי שמשאיר את החלונות פתוחים מזמין לגנבים!
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
מעשיר
התבלינים מעשירים את המאכל שלנו.
cms/verbs-webp/112407953.webp
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
להאזין
היא מאזינה ושומעת צליל.
cms/verbs-webp/28642538.webp
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
השאיר עומד
היום הרבה אנשים צריכים להשאיר את רכביהם עומדים.