‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/60395424.webp
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
לקפוץ
הילד מקפץ בשמחה.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
מרגישה
האם מרגישה המון אהבה לילד שלה.
cms/verbs-webp/100649547.webp
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
הועסק
המועמד הועסק.
cms/verbs-webp/82845015.webp
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
לדווח ל
כל הנוסעים מדווחים לקפטן.
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
לרוץ
האתלט רץ.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
בונים
הילדים בונים מגדל גבוה.
cms/verbs-webp/35071619.webp
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
לעבור
השניים עוברים אחד ליד השני.
cms/verbs-webp/80325151.webp
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
השלימו
הם השלימו את המשימה הקשה.
cms/verbs-webp/106787202.webp
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
בא
אבא בא לבית סוף סוף!
cms/verbs-webp/74036127.webp
missen
De man heeft zijn trein gemist.
לפספס
האיש פספס את הרכבת שלו.
cms/verbs-webp/28787568.webp
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
התבלבל
המפתח שלי התבלבל היום!
cms/verbs-webp/118483894.webp
genieten
Ze geniet van het leven.
נהנית
היא נהנית מהחיים.