‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/70055731.webp
vertrekken
De trein vertrekt.
יוצא
הרכבת יוצאת.
cms/verbs-webp/124575915.webp
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
לשפר
היא רוצה לשפר את דמותה.
cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
מזמין
המורה שלי מזמין אותי לעיתים קרובות.
cms/verbs-webp/102631405.webp
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
לשכוח
היא לא רוצה לשכוח את העבר.
cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
הגיעה
המטוס הגיע בזמן.
cms/verbs-webp/90321809.webp
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
לבלות כסף
אנחנו צריכים לבלות הרבה כסף על תיקונים.
cms/verbs-webp/122789548.webp
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
נתן
מה בחור החמוד שלה נתן לה ליומולדת?
cms/verbs-webp/122290319.webp
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
להציב בצד
אני רוצה להציב בצד כסף לאחר מכן כל חודש.
cms/verbs-webp/42111567.webp
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
לטעות
תחשוב היטב כדי שלא תטעה!
cms/verbs-webp/14606062.webp
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
זכאי
קשישים זכאים לפנסיה.
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
לקום
היא לא יכולה עוד לקום לבדה.
cms/verbs-webp/82845015.webp
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
לדווח ל
כל הנוסעים מדווחים לקפטן.