‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
מוסיף
משלוח הפיצה מוסיף את הפיצה.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
לפרגן
הוא זוכה במדליה.
cms/verbs-webp/70055731.webp
vertrekken
De trein vertrekt.
יוצא
הרכבת יוצאת.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
גורם
יותר מדי אנשים גורמים מהר לכאוס.
cms/verbs-webp/41918279.webp
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
לברוח
הבן שלנו רצה לברוח מהבית.
cms/verbs-webp/106622465.webp
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
לשבת
היא יושבת ליד הים בשקיעה.
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
להבין
אני לא יכול להבין אותך!
cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
הולך
לאן אתם שניים הולכים?
cms/verbs-webp/82845015.webp
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
לדווח ל
כל הנוסעים מדווחים לקפטן.
cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.
עבדה
היא עובדת יותר טוב מגבר.
cms/verbs-webp/120655636.webp
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
מעדכן
בימים אלה, עליך לעדכן באופן תדיר את הידע שלך.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
נכנסת
הספינה נכנסת לנמל.