‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
משווים
הם משווים את הספרות שלהם.
cms/verbs-webp/109157162.webp
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
בא
לו לגלוש בא בקלות.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
לא להכות
ההורים לא צריכים להכות את הילדים שלהם.
cms/verbs-webp/90643537.webp
zingen
De kinderen zingen een lied.
לשיר
הילדים שרים שיר.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
תלויים
שניים תלויים על ענף.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kijken
Ze kijkt door een gat.
להסתכל
היא מסתכלת דרך חור.
cms/verbs-webp/94312776.webp
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
מסירה
היא מסירה את לבבה.
cms/verbs-webp/119913596.webp
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
לתת
האבא רוצה לתת לבנו קצת כסף נוסף.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
רוצה
הוא רוצה יותר מדי!
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
קטפנו
קטפנו הרבה יין.
cms/verbs-webp/28581084.webp
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
תלוי
אגמונים תלויים מהגג.
cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
השאיר
אתה יכול להשאיר את הסוכר בתה.