Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/100011930.webp
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
vertel
Sy vertel haar ’n geheim.
cms/verbs-webp/129244598.webp
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
beperk
Gedurende ’n dieet moet jy jou voedselinname beperk.
cms/verbs-webp/125402133.webp
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
raak
Hy het haar teer aangeraak.
cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
stem saam
Die bure kon nie oor die kleur saamstem nie.
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
draai na
Hulle draai na mekaar toe.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
hang
Albei hang aan ’n tak.
cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
kyk mekaar aan
Hulle het mekaar vir ’n lang tyd aangekyk.
cms/verbs-webp/119952533.webp
smaken
Dit smaakt echt goed!
proe
Dit proe regtig lekker!
cms/verbs-webp/129002392.webp
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
verken
Die ruimtevaarders wil die ruimte verken.
cms/verbs-webp/110667777.webp
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
verantwoordelik wees
Die dokter is verantwoordelik vir die terapie.
cms/verbs-webp/114993311.webp
zien
Je kunt beter zien met een bril.
sien
Jy kan beter sien met brille.
cms/verbs-webp/40632289.webp
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
gesels
Studente moet nie tydens die klas gesels nie.