Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
ontvang
Sy het ’n baie mooi geskenk ontvang.
cms/verbs-webp/110401854.webp
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
akkommodasie kry
Ons het akkommodasie in ’n goedkoop hotel gekry.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
bou
Wanneer is die Groot Muur van China gebou?
cms/verbs-webp/62788402.webp
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
onderskryf
Ons onderskryf jou idee graag.
cms/verbs-webp/45022787.webp
doden
Ik zal de vlieg doden!
doodmaak
Ek sal die vlieg doodmaak!
cms/verbs-webp/55128549.webp
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
gooi
Hy gooi die bal in die mandjie.
cms/verbs-webp/109588921.webp
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
skakel af
Sy skakel die alarmklok af.
cms/verbs-webp/119269664.webp
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
slaag
Die studente het die eksamen geslaag.
cms/verbs-webp/97593982.webp
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
voorberei
’n Heerlike ontbyt is voorberei!
cms/verbs-webp/125400489.webp
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
verlaat
Toeriste verlaat die strand teen middag.
cms/verbs-webp/110233879.webp
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
skep
Hy het ’n model vir die huis geskep.
cms/verbs-webp/96710497.webp
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
oorskry
Wale oorskry alle diere in gewig.