Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands

wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
gewoond raak
Kinders moet gewoond raak aan tandeborsel.

ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
ontvang
Hy het ’n verhoging van sy baas ontvang.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
voeg by
Sy voeg ’n bietjie melk by die koffie.

betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
betaal
Sy betaal aanlyn met ’n kredietkaart.

monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
agtervolg
Die cowboy agtervolg die perde.

beginnen
School begint net voor de kinderen.
begin
Skool begin nou net vir die kinders.

openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
open
Die fees is met vuurwerke geopen.

leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
lei
Die mees ervare stapper lei altyd.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
veroorsaak
Alkohol kan kopseer veroorsaak.

schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
skop
In vegkuns moet jy goed kan skop.
