Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/85871651.webp
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
bezoni
Mi urĝe bezonas ferion; mi devas iri!
cms/verbs-webp/27564235.webp
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
labori pri
Li devas labori pri ĉi tiuj dosieroj.
cms/verbs-webp/110045269.webp
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
kompletigi
Li kompletigas sian ĵogadon ĉiutage.
cms/verbs-webp/66787660.webp
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
pentri
Mi volas pentri mian apartamenton.
cms/verbs-webp/102677982.webp
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
senti
Ŝi sentas la bebon en sia ventro.
cms/verbs-webp/28642538.webp
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
lasi
Hodiaŭ multaj devas lasi siajn aŭtojn senmuvaj.
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
kovri
La infano kovras sin.
cms/verbs-webp/118253410.webp
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
elspezi
Ŝi elspezis ĉiun sian monon.
cms/verbs-webp/106515783.webp
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
detrui
La tornado detruas multajn domojn.
cms/verbs-webp/105623533.webp
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
devi
Oni devus trinki multe da akvo.
cms/verbs-webp/117897276.webp
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
ricevi
Li ricevis salajralton de sia ĉefo.
cms/verbs-webp/112444566.webp
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
paroli al
Iu devus paroli al li; li estas tiel soleca.