Vortprovizo
Lernu Verbojn – nederlanda

trouwen
Het stel is net getrouwd.
edziniĝi
La paro ĵus edziniĝis.

parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
parki
La aŭtoj estas parkitaj en la subtera parkejo.

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
naĝi
Ŝi regule naĝas.

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
serĉi
La polico serĉas la kulpulon.

bereiden
Ze bereidt een taart.
prepari
Ŝi preparas kukon.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.
bruligi
Vi ne devus bruligi monon.

omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
turniĝi
Vi devas turni la aŭton ĉi tie.

vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
forgesi
Ŝi ne volas forgesi la pasintecon.

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
diri
Mi havas ion gravan diri al vi.

vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
transporti
La kamiono transportas la varojn.

doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
pasigi
Ŝi pasigas ĉian sian liberan tempon ekstere.
