Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

بدأ
المدرسة تبدأ للأطفال الآن.
bada
almadrasat tabda lil‘atfal alan.
beginnen
School begint net voor de kinderen.

ضرب
يجب على الوالدين عدم ضرب أطفالهم.
darb
yajib ealaa alwalidayn eadam darb ‘atfalihimu.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

يذكر
الكمبيوتر يذكرني بمواعيدي.
yudhkar
alkumbiutar yudhkiruni bimawaeidi.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

رن
من الذي رن الجرس الباب؟
rana
man aladhi ran aljars albaba?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

دخلت
المترو قد دخل المحطة للتو.
dakhalat
almitru qad dakhal almahatat liltuw.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

ترد
هي دائمًا ترد أولاً.
tarad
hi dayman tarudu awlaan.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

يعلق
يعلق على السياسة كل يوم.
yuealiq
yuealiq ealaa alsiyasat kula yawmi.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

قبل
يتم قبول بطاقات الائتمان هنا.
qabl
yatimu qabul bitaqat aliaitiman huna.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.

دهش
كانت مدهشة عندما تلقت الأخبار.
duhsh
kanat mudhishatan eindama talaqat al‘akhbari.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

يحملون
يحملون أطفالهم على ظهورهم.
yahmilun
yahmilun ‘atfalahum ealaa zuhurihim.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.

أراد الهروب
ابننا أراد الهروب من المنزل.
‘arad alhurub
abnana ‘arad alhurub min almanzili.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
