Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

سافر حول
لقد سافرت كثيرًا حول العالم.
safir hawl
laqad safart kthyran hawl alealami.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.

لمس
لمسها بحنان.
lams
lamasaha bihanani.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.

فرز
لدي الكثير من الأوراق التي يجب فرزها.
farz
ladaya alkathir min al‘awraq alati yajib farzuha.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.

أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.
‘akadat
hi ‘akadat al‘akhbar aljayidat lizawjiha.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

هزم
الكلب الأضعف يُهزم في القتال.
hazim
alkalb al‘adeaf yuhzm fi alqitali.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.

تعيش
يجب عليها أن تعيش بقليل من المال.
taeish
yajib ealayha ‘an taeish biqalil min almali.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

غسل
لا أحب غسل الأطباق.
ghasl
la ‘uhibu ghasl al‘atbaqi.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.

ترك
تركت لي قطعة من البيتزا.
tark
tarakt li qiteatan min albitza.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

حدث
حدث شيء سيء.
hadath
hadath shay‘ si‘i.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.

يحضرون
يحضرون وجبة لذيذة.
yahdurun
yahdurun wajbatan ladhidhatan.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.

تريد تحسين
تريد تحسين قوامها.
turid tahsin
turid tahsin qiwamaha.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
